Deelgebied De Haverley, gemeente 's-Hertogenbosch; een Aanvullende Archeologische Inventarisatie
verslagnummer: 2001-2783/RT
opdrachtgever: gemeente 's-Hertogenbosch
project: AAI deelgebied De Haverley (gemeente 's-Hertogenbosch)
datum: september 2001
auteur: drs. C.S.I. Thanos
projectcode: HAVE2
projectleider: drs. C.S.I. Thanos
projectmedewerker: D.E.A. Schiltmans
autorisatie: drs. I.A. Schute
BAM-rapport 86
Aanvullende Archeologische Inventarisatie
1. InleidingIn opdracht van de gemeente 's-Hertogenbosch heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau een archeologisch onderzoek uitgevoerd in een klein deelgebied van uitbreidingsplan De Haverley te 's-Hertogenbosch. Dit uitbreidingsplan is in 1998 reeds onderzocht door middel van een archeologische inventarisatie en kartering (Thanos, 1998). Een gedeelte van dit gebied was destijds echter niet toegankelijk voor onderzoek vanwege de aanwezigheid van een gronddepot en dichte bosschages. Dit nog te onderzoeken deelgebied heeft een oppervlak van circa 5,5 ha. Het archeologisch onderzoek van dit deelgebied betreft de karterende fase van een Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI-1).Doelstelling van het archeologisch onderzoek is het lokaliseren van eventuele (onbekende) archeologische resten in het plangebied. Daarnaast vormt het onderzoek een aanvulling op de onderzoeksgegevens van de kartering van uitbreidingsplan De Haverley. Het deelgebied ligt in het westelijke deel van het reeds onderzochte uitbreidingsplan en heeft een omvang van circa 5,5 ha. In het noordwesten wordt het begrensd door de Laage Kamp en in het zuidoosten door het Engelermeer (figuur 1). De noordoostelijke en zuidwestelijke begrenzing wordt gevormd door de reeds onderzochte percelen. Het zuidelijke deel van het deelgebied betreft het voormalige zanddepot, het noordelijke deel betreft een reliëfrijk natuurgebied met bomen en dichte bosschages. Ten tijde van het veldwerk bleek dat uitsluitend het zuidelijke gedeelte van het deelgebied beschikbaar was voor onderzoek. Hier was het gronddepot verwijderd. In het noordelijke deel kon slechts een klein gedeelte onderzocht worden. Het onderzoek bestond uit:
| 3 |
RAAP 2001-2783/RT, 27 september 2001
Bossche Encyclopedie |